14
De man van mijn dromen…
weet precies wanneer hij wat moet doen
Sam stond in de keuken en deed net wat wentelteefjes in de pan. De storm was inmiddels weggewaaid en een helder zonnetje stroomde door het keukenraam naar binnen.
‘Mijn moeder maakt altijd pannenkoekjes in de vorm van een hart.’ Conner zat op zijn knieën in een stoel naast hem.
‘Dat heb je me al eerder verteld, maar dat moet je niet aan iedereen vertellen, hoor.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat de jongens op school dat misschien niet begrijpen en denken dat je een watje bent omdat je van hartjes houdt. En je wilt toch niet dat ze je daarmee gaan plagen?’ Hij legde zijn hand op Conners hoofd en woelde door diens blonde haar. Sam was wakker geworden van de zon die door de schuifpui naar binnen scheen, daarna was hij tien kilometer gaan joggen op het strand. Dat had hij nodig om helder te blijven. En om eens goed na te denken over de afgelopen twee dagen. Het etentje met Thanksgiving en gisteravond. Was hij echt alleen maar verveeld geweest?
Jazeker. De Chinooks waren weer op pad en hij popelde om weer aan de wedstrijden mee te doen, maar toch was dat niet de enige reden. Hij kon zichzelf ook wijsmaken dat het met Conner te maken had. Dat hij meer tijd wilde doorbrengen met zijn zoon voordat hij weer wegging, voor meerdere weken. Maar Conner was niet de enige reden. Als Sam heel eerlijk was, dan moest hij toegeven dat zijn zoon niet de reden was dat hij gisteravond in zijn pick-uptruck was gesprongen en door de storm hiernaartoe was gereden. De ware reden was Autumn en de enorme spanning die hij voelde als zij in de buurt was. Die paar dagen in Vegas die hij niet uit zijn hoofd kon zetten en die hem naar meer deden verlangen.
Hij was gisteravond op haar terras beland, drijfnat van de regen, starend naar haar deur. Met die spanning en herinnering in zijn achterhoofd. Hij bleef maar naar de deur staren, vol verwarring en vol verlangen. Voor het eerst in een heel lange tijd was hij onzeker over een vrouw. Misschien zou ze de deur wel in zijn gezicht dichtgooien. Of zou ze toestaan dat hij haar overal zou strelen en kussen. Zichzelf ontdoen van haar kleding en iets doen met de erectie die ze hem de avond ervoor al bezorgd had.
Sam had al heel wat vrijpartijen gehad in zijn leven. Heel veel seks met heel veel vrouwen. Maar nog nooit had hij zo gevreeën als met Autumn. Ze was zo geil en opgewonden geweest. Zo wild, en dat had niets te maken met zwepen en handboeien en spannende pakjes, maar gewoon met het feit dat ze hém wilde. Misschien had het te maken met het gegeven dat ze langer dan vijf jaar geen seks had gehad. Misschien ook niet. In elk geval wilde hij meer.
Een heleboel meer.
Eerder die ochtend, toen hij was thuisgekomen na het hardlopen, had hij Conner aangetroffen, die midden op de bedbank naar tekenfilmpjes zat te kijken.
‘Pap?’ Hij had een of andere blauwe fruitstengel uit zijn mond hangen. ‘Ben jij ook op vakantie?’
Sam veegde het zweet van zijn voorhoofd. ‘Ja. Is je moeder al wakker?’
Conner sabbelde intussen door en er droop blauw spuug over zijn kin. ‘Nog niet.’
‘Wat eet je eigenlijk?’ vroeg hij.
‘Een fruitsnack. Wil je er ook eentje?’
‘Nee.’ Hij had in de kast gekeken en was verbaasd toen bleek dat ze geen eten in huis hadden. Alleen koffie, melk en wat snoepgoed. ‘Aankleden maar, dan gaan we inkopen doen.’ Het kostte ze twintig minuten voordat ze een klein supermarktje vonden, waar het een beetje merkwaardig rook.
‘Zet jij de borden maar op tafel.’ Sam gaf Conner een duwtje in zijn rug.
Deze klom op het aanrecht en trok een kastje open. ‘Ik zag gisteren een slak. Bah. Ik haat slakken.’
‘Ik ruik wentelteefjes,’ zei Autumn vanuit de woonkamer. ‘Maar we zouden deze vakantie toch niet koken? Waar hebben jullie al die spullen vandaan?’
Sam keek achterom naar Autumn, die aan kwam lopen in haar inmiddels droge teckelpyjama, en het water liep hem in de mond. Hij had al heel wat sexy lingerie gezien in zijn leven, maar om de een of andere reden vond hij die teckel enorm opwindend. Misschien had het te maken met de gedachte aan haar koude, natte borsten van de avond ervoor.
Conner keek om het kastdeurtje heen. ‘Mama, papa is er ook,’ kondigde hij aan. Alsof ze dat zelf nog niet wist. Alsof ze hem niet besprongen had, toen hij gisteravond aan was komen zetten.
‘Dat zie ik.’
‘We zijn naar een supermarkt gereden toen jij nog sliep.’ Sam wees naar de pan. ‘Wentelteefje?’
Ze duwde haar rode haren achter haar oren. ‘Eerst koffie.’ Haar blote voeten bewogen zich geluidloos over de keukenvloer en ze greep naar een mok boven het koffiezetapparaat. De ochtendzon zette haar lokken in vuur en vlam.
‘Wat gaan we doen vandaag?’
Ze keek hem aan en schonk de koffie in. ‘Nou, wíj zouden vanochtend ontbijten bij de Piratenhut, even verderop.’
‘O.’ Hij legde snel de toast op de borden die Conner had klaargezet. ‘Gelukkig maar dan, nu hoef je daar niet naartoe.’ Hij strooide wat suiker op de wentelteefjes. ‘En verder?’ Hij overhandigde een bord aan Autumn, maar zij schudde haar hoofd. Haar haren vielen weer over haar schouder.
‘Vliegeren.’ Ze blies in haar mok koffie. ‘En later vissoep bij de Piratenhut.’
Hij droeg de borden naar de kleine keukentafel. Hij was uiteraard niet verrast dat ze alles volledig had gepland. In Vegas was ze een heel lange lijst aan het afwerken. Maar het meeste daarvan had ze niet kunnen doen. Hij moest er weer om glimlachen. ‘En dat zandkasteel dan?’
‘Daar hebben we geen spullen voor meegenomen.’
Hij nam een hap. ‘Maar die hebben wij vanochtend gekocht.’ Ze keek hem aan met dichtgeknepen ogen. Hij maakte een verontschuldigend gebaar. ‘Ik weet dat de wereld niet om mij draait, maar het was Conners idee om een zandkasteel te bouwen.’
‘Net zoals het Conners idee was om jou uit te nodigen voor Thanksgiving?’
Hij nam nog een hap en kauwde. Inderdaad, zoiets, maar zandkastelen bouwen was nu eenmaal leuker dan vliegeren.
Ze bracht haar koffiemok naar haar lippen en liet hem meteen weer zakken. ‘Waar heb je die kleren vandaan?’
Hij keek naar zijn Chinooks T-shirt en spijkerbroek. ‘Ik had een tas bij me.’ Hij was gisteravond dan op stel en sprong vertrokken, hij had zich wel voorbereid. Voorbereid om te ontdekken wie ze nou eigenlijk was. Maar zowel gisteravond als zes jaar geleden had hij zich weer een tiener gevoeld, fantaserend over het meisje verderop in de straat, terwijl hij langs haar huis reed op zijn fiets in de hoop een glimp van haar op te vangen. Maar tegenwoordig had hij een pick-uptruck en geen fiets. En hij was geen tiener meer. Hij wilde zelf graag geloven dat hij inmiddels beter kon omgaan met vrouwen. Met wat meer finesse. Of zelfs een beetje charme. Zodat hij een vrouw niet achterna hoefde te zitten, op een stormachtige avond.
Ja, zo dacht hij graag over zichzelf, maar toch zat hij hier, bij Autumn in Moclips, en voelde hij zich weer als een tiener. Vol onzekerheden.
‘Ik dacht dat je rechtstreeks vanuit die kroeg hiernaartoe was gereden,’ zei ze.
Ze tuitte haar lippen en bracht daarmee zijn hoofd op hol; zo graag wilde hij haar vragen iets anders te doen met die mooie mond. Dingen waarover hij zo vroeg in de ochtend niet eens wilde nadenken. Al kon hij het niet tegenhouden. ‘Ik ben dan wel nooit bij de padvinders geweest, maar ik ben altijd voorbereid op toevalligheden.’
Hij keek haar recht in haar groene ogen en glimlachte haar al kauwend toe, denkend aan het moment dat ze het condoom uit zijn handen had gegrist en de verpakking met haar tanden had opengescheurd. ‘Ik heb altijd een tas klaarstaan in mijn truck. Meestal vanwege de trainingen.’
‘Goed, meneer de onofficiële padvinder, ik heb niet zo’n zin om in het koude zand te wroeten vandaag.’ Ze nam nog een slok. ‘Dus kijk ik wel toe vanaf het terras.’
‘Mag ik wat sap, mama?’
Ze liep naar de koelkast en trok de deur open. Sam volgde haar met zijn blik, die afdwaalde naar haar geweldige kont. ‘Wil jij, Sam?’
O, ja! ‘Ja, graag.’
Ze schonk het vruchtensap in twee glazen en hij had grote moeite zijn ogen af te houden van de teckel. Ze zette de glazen op tafel en hij streek met zijn handen over de achterkant van haar bovenbeen.
Ze sperde haar ogen open. ‘Wat doe je?’
‘Ik eet mijn wentelteefje,’ antwoordde Conner.
Sam wist het niet zo goed en liet zijn hand zakken. Het was helemaal niet zijn bedoeling geweest om haar zo aan te raken. Het was gewoon gebeurd, alsof het een natuurlijke handeling was. Alsof ze een stel waren. Een gezin, maar dat was uiteraard helemaal niet het geval.
Autumn was wel de moeder van zijn zoon, maar dat maakte hen nog geen gezin. Ze was opwindend en sexy, maar ze waren geen stelletje. Ze was wel het meisje waar hij van droomde, maar ze was niet zijn vriendin.
Dus wat betekende ze dan voor hem?
Het was tien graden en de wind woei Autumns haren in haar gezicht. Ze lag op een strandstoel met een dikke trui, een spijkerbroek en haar Uggs. Ze was blij dat ze niet hoefde te graven in het natte zand met de kleine plastic schepjes. Vliegeren was wat haar betrof beter geweest, maar ze moest toegeven dat ze wel een klein beetje blij was dat ze niet op het strand hoefde rondhollen met een vlieger en de hele tijd bijsmeren. Dichter bij het huis was de wind veel rustiger.
Ze liet het tijdschrift Bride zakken en keek over de rand naar Conner en Sam. Ze waren al een paar uur bezig. Veel langer dan ze had gedacht. Vanaf haar zitplaats zag hun kasteel eruit als een berg zand met een slotgracht. Flarden van hun gesprekken, vermengd met brandinggeluiden en geschreeuw van zeemeeuwen, kwamen haar kant op waaien. Conners kinderlijke gelach mengde dan met Sams diepere gelach. Haar hart maakte een sprongetje, en dat kwam dit keer niet door zijn charmante verschijning of de lust in zijn blauwe ogen, of de manier waarop hij zijn handen liet gaan over haar hunkerende lichaam, of zijn pure schoonheid, maar door die twee blonde hoofden boven een berg vochtig zand. Ze liep geen gevaar om verliefd te worden op Sam. Dat was ze tenslotte al een keer geweest; ze had haar lesje geleerd. Maar ze liep wel gevaar hem aardig te gaan vinden, en dat was nogal eng.
Het was twee maanden geleden sinds het huwelijk van de Savages en die middag dat Sam Conner te laat had thuisgebracht. Twee maanden waarin Sam steeds meer betrokken was geraakt bij Conners doen en laten. Op de een of andere manier was hij daarbij steeds meer haar leven binnengedrongen. Zo erg zelfs dat ze haar onthouding van ruim vijf jaar gisteravond met hem had verbroken op de vloer van de woonkamer.
Ze was niet trots op zichzelf, maar ook niet zo ontzet als ze zou moeten zijn. Het was zoals ze gisteravond had gezegd; ze schaamde zich vooral. En ze was in de war omdat ze het had gedaan met de enige man op de hele aardbol van wie ze had gezworen dat hij haar nooit meer zou mogen aanraken. Ze wist nog steeds niet waarom hij gisteravond bij haar voor de deur had gestaan. En waarom ze hem had binnengelaten en hij er nog steeds was.
‘Hé, mam,’ riep Conner, die het pad op holde. ‘Kom naar ons kasteel kijken.’
Ze legde haar tijdschrift opzij; ze had geweten dat hij op een zeker moment zou komen vragen of ze kwam kijken. Dus stond ze op en liep het pad af naar het strand. Halverwege ontmoetten ze elkaar en ze legde haar handen over zijn rode oren. ‘Je voelt koud. Wil je nu niet naar binnen?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Papa heeft een draak gemaakt. Kom gauw kijken.’
Ze nam zijn koude hand in de hare en zo vervolgden ze het paadje. Sam stond voor het ‘kasteel’ met zijn handen in zijn zij. Net als bij Conner waren de knieën van zijn spijkerbroek helemaal nat en zanderig en ook zíjn oren waren rood.
Zijn haar woei omhoog door een windvlaag en zijn wangen waren vies van het zand. ‘Wat vind je ervan?’
Ze hield haar hoofd schuin en bekeek het kasteel. Van dichtbij leek het vooral op een hoop zand. Het was vierkant, had vier torens en een slotgracht, maar het was met name imposant vanwege de grootte. Het was, zoals alles wat Sam deed, te groot en te veel. ‘Ik heb er altijd al van gedroomd om langs de kastelen van Europa te trekken. Nooit geweten dat ik er eentje zou vinden in Moclips.’
‘Droom jij van oude stenen gebouwen?’
‘O, ja. Ik heb gelezen dat je de mooiste en engste vindt in Europa.’
‘Heb je de draak gezien?’ Conner wees op een soort slang met een groot hoofd die door het zand naar het kasteel gleed. ‘Hij beschermt de jongen in het kasteel.’
‘Waartegen?’
Hij keek op naar zijn vader en kneep zijn ogen halfdicht tegen het zonlicht. ‘Waartegen, papa?’
‘Meisjes.’
Ze moest lachen en gaf hem een zachte duw. Hij pakte haar hand vast voordat ze hem kon terugtrekken. ‘Wat ben je koud,’ zei ze.
‘Laatst, in het stadion, vond je me nog heet.’
Met haar vrije hand duwde ze de haren uit haar gezicht. ‘En vandaag ben je vies.’
Sam sloeg zijn armen om haar heen en tilde haar op. Hij duwde zijn vieze shirt tegen haar aan en lachte. ‘Jij bent veel te schoon. Ik vind je een stuk leuker als je vies bent.’
‘Sam!’ Ze zette zich af tegen zijn schouders en probeerde zich los te wurmen. Maar Sam was veel groter en langer en ze had geen schijn van kans.
Hij hield haar nog steviger beet en tilde haar nog hoger, zodat ze de grond niet langer onder haar voeten kon voelen. Zijn warme adem blies zachtjes tegen haar koude wangen. ‘Zullen we ons samen echt vies gaan maken?’
Ze pakte zijn schouders vast, bang dat ze het heel moeilijk zou krijgen als hij nu niet zou ophouden. Dat ze het lekker vond dat zo’n sterke vent haar stevig vasthield. Dat Sam haar vasthield. ‘Niet waar Conner bij is!’
Zijn lippen veegden langs haar mondhoek. ‘Ook niet een klein beetje vies?’
‘Stop, Sam. Je brengt hem in de war.’ Net zoals ze zelf in de war was, wat te voelen was aan de vlinders in haar buik.
Hij tilde zijn hoofd op en keek haar recht in de ogen. ‘Ben je in de war, Conner?’
‘Ja.’
Sam keek over haar schouder naar hun zoon, maar liet haar niet los. ‘Waarover?’
‘Als het kasteel geen deur heeft, hoe kan de jongen dan naar buiten om op de draak te rijden?’
Sam glimlachte en liet Autumn heel langzaam naar beneden zakken, totdat haar voeten weer de grond raakten. ‘Er is een geheime deur die alleen de kasteelbewoners kennen.’
‘O.’ Conner knikte alsof dat vanzelfsprekend was. ‘Nu heb ik het koud.’
Autumn keek achterom naar Conner. ‘Wil je in bad?’
‘Ja.’
Ze liet Sams warme arm los en gedrieën liepen ze het pad naar het strandhuis op. Alsof ze een gezin waren. Het gezin waarnaar ze had verlangd toen ze in verwachting was van Conner. Het gezin waarnaar ze had verlangd voor haar kind, maar dat er nooit was gekomen. Ze waren geen gezin en zouden het nooit worden. Sam was nou eenmaal Sam. Een verwende sportman, die gewend was altijd alles te krijgen wat zijn hart begeerde en zichzelf nooit beperkingen oplegde.
Autumn was een werkende moeder, die zichzelf voortdurend beperkingen oplegde. Tenminste, als Sam niet in de buurt was om haar aan te raken en dingen in haar oren te fluisteren. Hij manipuleerde haar voordat ze het zelf in de gaten had.
Net als vroeger.
‘Gaan we nog naar de Piratenhut?’ vroeg Conner, toen ze binnen waren.
Autumn schoof de schuifpui achter zich dicht. ‘Ik denk dat je vader wel betere dingen te doen heeft.’
Sam keek Autumn aan.
‘Thuis.’
Hij fronste en keek Autumn dieper in de ogen. ‘Precies. Ik moest maar eens naar huis.’
‘Nee papa.’ Conner omklemde zijn vieze broek. ‘Je mag wel in mijn bed slapen.’
‘Dank je.’ Hij legde zijn hand op Conners hoofd. ‘Maar ik moet dingen doen.’
‘Neem maar afscheid van je vader, dan laat ik het bad vast vollopen.’
Ze liep naar de achterkant van het huis, waar de badkamer was. Ze deed hier het beste aan. Beperkingen opleggen aan Sam. Een duidelijke afstand tussen hen beiden bewaren. Dat was het beste voor haar. En ook voor Conner. Het was het beste om hem niet in de war te brengen; al gaf hij nu niet aan dat dat het geval was, het zou niet goed voor hem zijn. Ze liet een laag water in het bad lopen en draaide vervolgens de kraan dicht.
‘Kom erin en spoel ook het zand uit je oren,’ riep ze, terwijl ze weer naar de woonkamer liep.
‘Oké. Dag pap.’
‘Dag gozer.’ Sam had een droge broek aangetrokken en een zwarte polo en stond voor de bank zijn tas in te pakken. Hij keek toen Conner naar de badkamer rende. ‘Ik heb nog nooit een vrouw gekend die zo kan aantrekken en afstoten.’
‘En ik nog nooit een man die zo kan flirten. Maar we weten allebei dat het bij jou maar tijdelijk is, Sam.’
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt.’
‘We hebben het over mijn angst dat Conner op een ochtend wakker wordt en jij verdwenen bent.’
‘Kom je daar nu weer op terug?’
Daar kwam het altijd op terug. En misschien ook wel op haarzelf.
‘Conner is mijn kind. Ik ga nergens heen. Ik weet dat ik niet altijd de beste vader ben geweest, maar ik ben ook niet zo slecht geweest als je mij afschildert.’ Hij stak zijn sweater in zijn tas. ‘Maar dit gaat helemaal niet over Conner. Het gaat over gisteravond.’
Dat was deels waar. ‘Dat gaat niet nog een keer gebeuren.’
Hij keek op van zijn bezigheden. ‘Waarom niet? Ik vond het geweldig, en ik weet zeker dat jij dat ook vond.’
Dat kon ze niet ontkennen, maar… ‘Er zijn consequenties aan verbonden.’
‘Je kunt Vegas niet de hele tijd tegen me gebruiken.’
‘Doe ik ook niet.’
Hij richtte zich weer op zijn tas. ‘Dat doe je wel, en het wordt wat vermoeiend.’
‘Het is niet iets waar je zomaar overheen stapt.’
‘Het is niet iets waar jíj zomaar overheen stapt, omdat je het niet wilt. Jij blijft je vastklampen aan het verleden. Jij blijft me dat nadragen.’ Hij ritste zijn tas dicht en draaide zich vervolgens naar haar om. ‘En ik moet toegeven, ik heb veel dingen fout gedaan, maar ik dacht dat we dat inmiddels achter ons hadden gelaten.’
Maar hoe kon ze zoiets achter zich laten? Ze had zich wel omgedraaid, en de draad weer opgepakt, maar het was er nog steeds. Het deed geen pijn meer, maar zoiets kon ze niet zomaar vergeten, alsof het niet gebeurd was. De kleine jongen die nu in bad zat, herinnerde haar daar constant aan.
‘Maar nu zie ik in dat je mij de rest van mijn leven dat wat er gebeurd is in Vegas wilt nadragen. Zeg maar tegen Conner dat ik hem over een paar dagen bel.’ Hij liep het huis uit en Autumn staarde hem na. Had hij gelijk? Wilde ze hem dat wat haar was overkomen blijven verwijten? Tot ver in de toekomst?
Nee. Zo’n vrouw was ze niet, maar ze was evenmin het type mens dat makkelijk vergiffenis schonk. Niet dat hij daar ooit om had gevraagd.
De dinsdag na Moclips haalde Natalie Conner op bij school en bracht hem naar het stadion om met Sam te oefenen. Tegen vijven bracht de assistente hem naar huis. Een paar dagen later kwam ze hem, en zijn rugzakje, weer ophalen, omdat hij het weekend zou doorbrengen bij zijn vader.
Die vrijdagavond ontmoette Autumn de zusjes Ross in een bruidsboetiek in de stad, waar Bo wat jurken zou passen. Chelsea wachtte nog steeds tot haar borstverkleiningsoperatie voorbij zou zijn, maar wilde haar zus graag van advies dienen. De ene jurk was te pofferig, de andere te gewoontjes. Ze discussieerden overal over en Bo had al wel tien jurken gepast, toen ze de paskamer uit stapte in een mouwloze jurk met een hoge taille en een lange sleep.
‘O, Bo,’ zuchtte Chelsea. ‘Deze staat je prachtig.’
En dat was ook zo. Hij was perfect voor een vrouw met haar bouw. Er zaten baleinen in het bovenlijf, zodat haar grote borsten ondersteund werden, en door het model leek haar lichaam langer.
Die avond keek Autumn thuis op haar vaste telefoon of Conner daar gebeld had. Maar dat had hij niet en ze ging naar bed met een vreemd gevoel van heimwee. De volgende dag moest ze allemaal leveranciers bellen in verband met een intiem kerstfeestje waarvoor ze was ingehuurd op een landgoed in Medina. De gastvrouw wilde bladen met koude en warme hapjes rond laten gaan, een uur voordat de gasten aan tafel gingen voor het diner. Ze waren eerst uitgegaan van vier man bedienend personeel, maar Autumn had er toch zes ingehuurd. Ze was in het verleden wel eens in verlegenheid gebracht doordat iemand op het laatste moment niet kwam opdagen en het was altijd beter om extra voorzichtig te zijn.
Altijd en overal.
Tegen de tijd dat Natalie op zondagmiddag Conner kwam afleveren, was het duidelijk dat Sam haar ontliep. De zaken tussen hen stonden er weer net zo voor als vóór het huwelijk van de Savages, toen ze niet met elkaar spraken. Dat vond ze niet leuk. Ze had gehoopt dat ze vrienden konden blijven. Dat zou alles wel makkelijker maken, maar misschien was helemaal geen contact het beste. Vrienden zijn met Sam betekende met hem in bed belanden. En dat was niet zo best. Of eigenlijk, juist wel. Maar dan wel zo goed, dat het niet best was voor haar. Al zou ze niet snel weer een Elvis-huwelijk afsluiten en een tatoeage laten zetten met zijn naam op haar pols, ze kon wellicht, heel waarschijnlijk, haar verstand verliezen. Daarom wilde ze het net zo aanpakken als bij zakelijke kwesties. Extra voorzichtig.
Altijd en overal.
Dus hoorde ze pas 14 december weer wat van Sam. Het was op een maandag en iets na het middaguur, toen hij belde om haar te vertellen dat hij niet langer geblesseerd was en binnenkort een week weg zou zijn. Toen ze zijn stem hoorde merkte ze dat ze hem had gemist. Meer dan zou moeten.
‘Wanneer ga je weg?’
‘Morgenochtend.’
Ze had altijd geweten dat hij vaak op stap moest. Om te ijshockeyen. Het was zijn werk, maar toch was ze een beetje teleurgesteld. Vanwege Conner natuurlijk. ‘O.’
‘Dus wil jij Conner zeggen dat Nat hem op komt halen op de…’ hij keek zwijgend in zijn agenda ‘… de tweeëntwintigste na school.’
Hij wilde al ophangen. ‘Sam?’
‘Ja.’
Ze pakte een balpen en drukte met haar duim op het knopje. ‘Waarom doen we weer zo tegen elkaar?’
‘Hoe, zo?’
‘Zo, dat je assistente Conner weer aflevert. Ik dacht dat we vrienden waren geworden.’
‘Wil je vrienden met me zijn?’
Klik, klik. Was dat onmogelijk? Was hij zo boos, had hij ineens zo’n hekel aan haar dat hij haar niet meer wilde zien? ‘Ja.’
‘Vrienden zoals vóórdat we seks met elkaar hadden op de vloer of erna?’
Haar duim liet het knopje los. ‘Ervoor.’
‘Dan ben ik niet geïnteresseerd.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat ik geen vrienden met je wil zijn.’
‘O.’ Ze was teleurgesteld maar probeerde het niet te laten blijken. Het was vast het beste, maar ineens wilde ze niet meer wat het beste was. Ze wilde niet dat Sam haar haatte en zij hem. Maar ze had geen keus. ‘Oké.’
‘Ik wil je minnaar zijn. Ik kan niet doen alsof ik niet meer wil. Ik wil bij je zijn, Autumn. Ik wil je helemaal naakt zien en je benen over mijn schouders gooien.’
Ze liet haar pen vallen.
‘Ik wil dat je de volgende dag nog merkt dat je met me hebt gevreeën.’
Ze stond op en toen moest ze op de een of andere manier buiten zichzelf zijn geraakt, want anders kon ze niet verklaren wat ze vervolgens tegen hem zei: ‘Ik heb nu twee uur tot mijn volgende afspraak en ik draag geen slipje.’
Ze kon hem letterlijk horen slikken aan de andere kant van de lijn, voordat hij met een donkere, schorre stem uitbracht: ‘Ben je thuis?’
‘Ik ben op kantoor.’ Ze gaf hem het adres van haar kantoor en hij was er binnen twintig minuten. Terwijl ze op hem wachtte, trok ze onder haar stippeltjesjurk haar slipje uit. Dit legde ze snel in een la tussen de punaises en paperclips.
‘Doe de deur achter je op slot,’ zei ze tegen hem zodra hij haar kantoor binnen kwam lopen. Ze pakte de telefoon op en gaf een mededeling door aan Shiloh. ‘Ik ben in bespreking en kan niet gestoord worden.’
‘Was dat de vader van Conner die ik net binnen zag lopen?’
‘Ik weet niet wie je bedoelt.’ Ze hing op, terwijl Sam de deur op slot draaide en met zijn rug tegen de deur op haar wachtte. Wachtte tot zij aanstalten maakte.
En dat deed ze. Ze stond op en maakte haar ceintuur los. ‘Jij bent er snel.’
Hij wachtte dan wel tot zij aanstalten maakte, maar nu was zijn geduld op. Hij trok zijn shirt over zijn hoofd en kwam op haar af lopen. ‘Het kan zijn dat ik een paar keer door rood ben gereden.’
Haar jurk viel van haar schouders en was niet meer dan wat wit met blauwe stof aan haar voeten. Ze stapte eruit, met alleen een beha en een wit onderjurkje aan. Ze reikte naar zijn gulp, maar hij pakte haar hand vast.
‘Vertel me wat je wilt, Autumn. Dat weet ik nooit zeker bij jou.’
‘Ik wil jou.’ Ze zocht zijn omfloerste blik. Een blik die haar huid deed tintelen. ‘Net als laatst.’
‘Twee keer klaarkomen?’
‘Ja.’
‘En dan?’
‘Ik wil je minnares zijn.’
‘Voor hoe lang?’ Hij liet haar hand vallen. ‘Tot je boos op me wordt en me weer de deur uit schopt?’
‘Ik wil niet boos op je zijn en je schoppen.’
Ze deed een voor een de knopen van zijn gulp open en liet vervolgens haar hand bij zijn boxershort naar binnen glijden. En voor het geval dat hij bang was dat de geschiedenis zich zou herhalen, voegde ze eraan toe: ‘Je hoeft ook niet bang te zijn dat ik weer verliefd op je word.’ Ze vouwde haar hand om zijn stijve penis en de adem stokte hem in de keel.
Hij sloot zijn ogen en streelde haar wangen met zijn vingertoppen. ‘En wat als ik verliefd word op jou?’
Ze drukte haar gezicht in zijn handpalm. ‘Dat overkomt jou niet.’